Moet de vrijheid van onderwijs veranderen?

Wat is er gebeurd?

  • Ongeveer 7 op de 10 leerlingen gaat naar een school met een bepaalde levensovertuiging, zoals rooms-katholieke, islamitische en reformatorische scholen. Dat worden ook wel 'bijzondere scholen' genoemd.

  • In de grondwet staat dat zulke scholen regels mogen maken die passen bij de levensovertuiging. Ze mogen bijvoorbeeld bepaalde kleding verbieden of leerlingen met een andere overtuiging weigeren. Dat hoort bij de vrijheid van onderwijs.

  • Sommige partijen in de Tweede Kamer willen die vrijheid in de grondwet aanpassen.

Waarom is dit nieuws?

Soms is er discussie over de schoolregels van bijzonder onderwijs. Bijvoorbeeld over de acceptatie van homoseksualiteit op een aantal reformatorische scholen, of dat jongens en meisjes bij islamitisch onderwijs soms apart les krijgen. In de grondwet staat dat bijzondere scholen veel zelf mogen bepalen, maar er zijn geen strakke grenzen aangegeven.

De Onderwijsraad, dat is een onafhankelijke groep van experts die advies geeft aan de overheid, zegt nu dat die grenzen duidelijker moeten. Zij willen dat de inspectie strenger gaat controleren of scholen niet discrimineren of lessen geven die tegen de democratie ingaan.

Een meerderheid van de Tweede Kamer wil alle identiteitsverklaringen op scholen verbieden. In zo'n verklaring staat wat het profiel van de school is, hoe dat terugkomt in de lessen en wat er van leerlingen wordt verwacht. Op sommige scholen moeten ouders en leraren die ondertekenen. Meer over zulke identiteitsverklaringen lees je hier.

De PvdA gaat een stapje verder. Zij willen de vrijheid van onderwijs veranderen zodat bijzondere scholen onder meer geen leerlingen meer kunnen weigeren als ze een andere levensovertuiging hebben.

Wat staat er in de grondwet?

Artikel 23 van de grondwet gaat over hoe het onderwijs in Nederland geregeld moet zijn. Zo staat er bijvoorbeeld dat de overheid verantwoordelijk is voor genoeg scholen en dat ze de kwaliteit daarvan moeten controleren.

Er staat ook in dat bijzondere scholen een 'vrijheid van richting hebben'. Dat betekent dat ze bijvoorbeeld hun eigen lesboeken mogen kiezen en zelf kunnen bepalen welke docenten ze aannemen.

Voorbeeldje: veel christelijke scholen kiezen vaak lesboeken die rekening houden met de christelijke identiteit van de school. En islamitische scholen hebben de vrijheid om alleen leraren aan te nemen die volgens een bepaalde interpretatie van de islam leven.

Maar waar de grens van die vrijheid ligt, staat niet in de wet. Daarom is er soms discussie over scholen die bijvoorbeeld zeggen dat een huwelijk altijd tussen een man en vrouw moet zijn. De Onderwijsraad vindt nu dat de inspectie duidelijker moet aangeven wat bijzondere scholen wel en niet mogen.

De vrijheid van onderwijs staat al heel lang in de grondwet. Sinds 1917 krijgen bijzondere scholen net zoveel geld van de overheid als openbare scholen. Voor die tijd werden alleen openbare scholen, dus zonder bijzondere identiteit, door de overheid betaald.

Hoe lang speelt dit al?

Het is niet voor het eerst dat er discussie is over de vrijheid van onderwijs. In 2006 kaartte de PvdA het bijvoorbeeld ook al aan en D66 kwam in 2010 met een voorstel.

De christelijke partijen zijn vaak tegen de voorgestelde veranderingen, omdat zij de vrijheid van onderwijs voor christelijke scholen heel belangrijk vinden.

Kun je zomaar de grondwet veranderen?

Een verandering in de grondwet kost meer tijd dan het maken van een normale wet. Eerst moet een meerderheid van de Tweede Kamer akkoord gaan met de verandering. Daarna moet hetzelfde gebeuren in de Eerste Kamer.

Na de eerstvolgende verkiezingen moeten allebei de Kamers nog een keer stemmen. Pas als tweederde akkoord gaat, kan de verandering doorgaan. Het hele proces duurt vaak een paar jaar.