Wat is er gebeurd?
De strafzaak tegen de twee mannen die verdacht worden van de moord op misdaadverslaggever Peter R. de Vries is begonnen. Het proces wordt de Iraklia-zaak genoemd.
Peter R. de Vries werd op 6 juli neergeschoten in het centrum van Amsterdam. Dat gebeurde kort nadat hij wegging bij de studio van tv-programma RTL Boulevard. Negen dagen later overleed de misdaadverslaggever.
In dit artikel leggen we je uit wie de verdachten zijn. Ook vertellen we je waarom dit strafproces Iraklia heet.
Waarom is dit nieuws?
De moord op Peter R. de Vries houdt veel mensen bezig. Om die reden regelde de rechtbank in Amsterdam extra zalen zodat iedereen die wilde, mee kon kijken. Dan moet je denken aan familie en vrienden van Peter R. de Vries. Maar ook bijvoorbeeld families van slachtoffers die hulp kregen van de misdaadverslaggever.
Verder waren er ook veel journalisten, uit het binnen- en buitenland. "Er is internationaal heel veel belangstelling voor dit proces", zei advocaat Peter Schouten daarover. Hij was een goede vriend van De Vries. Volgens de advocaat wordt Nederland in Europa gezien als een land dat beheerst wordt door drugscriminaliteit.
Wie zijn de verdachten?
Er zijn twee verdachten in deze zaak; Delano G. van 22 uit Tiel en Kamil E. van 35 uit Maurik. Allebei die woonplaatsen zijn in Gelderland. Het Openbaar Ministerie denkt dat Delano G. Peter R. de Vries neergeschoten heeft. Kamil E. was volgens het OM zijn chauffeur.
Delano G. heeft tot nu toe niets willen zeggen. Tijdens politieverhoren zweeg hij en ook in de rechtbank beriep hij zich op zijn zwijgrecht.
De man van 22 is familie van een contactpersoon van Ridouan Taghi, schreef De Telegraaf eerder. Mogelijk is er daardoor een link met het Marengo-proces. Dat is de grootste strafzaak van Nederland. Ridouan Taghi en zestien medeverdachten zouden dertien moordaanslagen hebben gepland, waarvan zes uitgevoerd. In die zaak is een belangrijke getuige: Nabil B. Hij kreeg hulp van Peter R. de Vries als vertrouwenspersoon.
Delano G. kreeg als tiener meerdere keren te maken met de politie. Toen hij 17 was, zat hij vast voor straatroven en inbraken.
Ook Kamil E. heeft een strafblad. Hij komt uit Polen en woonde nu in Maurik. Daar was hij net een een klusbedrijf begonnen. In eerdere politieverhoren en ook tijdens de rechtszaak zei hij dat hij Delano G. niet kende. Hij zei in de rechtbank dat hij niet wist waar hij aan meewerkte.
Het Openbaar Ministerie vermoedt dat hij dat wel wist en denkt dat hij twee weken voor de moord al rondhing bij de parkeergarage bij de studio van RTL Boulevard. Dat is volgens het OM ook te zien op camerabeelden.
Waar gaat de rechtszaak over?
De rechtszaak gaat alleen over de uitvoering van de moord. Het Openbaar Ministerie vermoedt dat iemand anders opdracht gaf voor de moord, maar daar gaat het in deze zaak niet om. Het draait nu om de rol van de twee verdachten die de opdracht uitvoerden.
Want dat Delano G. en Kamil E. betrokken waren, is volgens het OM duidelijk. De twee zijn te zien op bewakingsbeelden van camera's in het centrum van Amsterdam. Ook waren er tientallen mensen die iets van de schietpartij gezien hebben of het filmden met hun telefoon. Verder vond de politie bij de aanhouding van Delano G. en Kamil E. een omgebouwd alarmpistool en een automatisch vuurwapen.
Het Openbaar Ministerie maakte een reconstructie van de moord op Peter R. de Vries. Dat wil zeggen dat je op basis van de dingen die je al weet, een verhaal opbouwt. Je vindt die reconstructie (en meer informatie over de zaak) hier.
Er loopt een ander onderzoek naar de opdrachtgevers van de moord op Peter R. de Vries. Als in dat onderzoek bewijs gevonden wordt over Delano G. of Kamil E., neemt het OM dat naar eigen zeggen mee in deze rechtszaak.
Waarom heet deze strafzaak Iraklia?
Het strafrechtelijke onderzoek naar de moord op Peter R. de Vries wordt de Iraklia-zaak genoemd. Die naam heeft verder geen betekenis, het is een willekeurig gegenereerde naam. Dat gebeurt altijd zo bij strafrechtelijke onderzoeken.
Hoe gaat het nu verder?
Delano G. en Kamil E. blijven allebei vastzitten, besloot de rechtbank. De komende tijd gaat de politie beide verdachten opnieuw verhoren.
In december is dan de tweede zitting in deze zaak. Het Openbaar Ministerie vertelt dan onder meer of er nog nieuwe dingen ontdekt zijn in het strafrechtelijke onderzoek. Ook bepaalt de rechter dan of de verdachten langer in de cel moeten blijven.
De rechtbank gaat waarschijnlijk in mei of juni kijken naar de bewijzen die uit het strafrechtelijke onderzoek komen. Op basis daarvan beslist de rechter of de verdachten wel of niet schuldig zijn. Ook wordt de eventuele straf dan bekendgemaakt.