Wat is er gebeurd?
Als je dit jaar eindexamen doet, heb je dit woord waarschijnlijk al voorbij horen komen: de N-term.
Die N-term bepaalt hoeveel vragen je goed moet hebben om een voldoende te krijgen en kan dus net het verschil maken tussen een 5,3 en een 5,6. En hoe hoog die N-term is, zegt ook iets over de moeilijkheid van je examen.
Door het bijzondere coronajaar werkt de N-term dit jaar net iets anders. Hoe dan? En wat zegt die N-term nou eigenlijk echt? Dat leggen we je uit.
Wat is de N-term?
De N-term staat voor normeringsterm. Het is het cijfer dat bepaalt hoe streng je examen wordt nagekeken. Als je een toets met vijftig vragen maakt, komt daar een score uit. Die score laat zien hoeveel vragen je goed had, maar zegt nog niet zoveel over je cijfer.
Je cijfer hangt namelijk af van de N-term. Die is per vak anders en ligt tussen de 0 en de 2,5. Hoe moeilijker je examen, hoe hoger de N-term en hoe minder vragen je goed hoeft te hebben voor een voldoende.
Bij bijvoorbeeld een N-term van 1,9 was het examen heel lastig en krijg je misschien al een voldoende als je twintig van de vijftig vragen goed had. Is de N-term 0,2 dan was het examen juist heel makkelijk en heb je misschien vijfentwintig of meer goede antwoorden nodig voor die voldoende.
Hoe bepalen ze die N-term?
Het College voor Toetsen en Examens (CvTE) stelt de N-term vast. Om die N-term te bepalen kijkt het CvTE vooral naar wat leerlingen in eerdere jaren moesten kunnen en hoe moeilijk het examen in vergelijking daarmee was. Daarnaast kijken ze naar het aantal klachten dat binnenkwam over een vak bij het LAKS en vragen ze docenten hoe moeilijk zij het examen vonden.
Hoe zat het dit jaar met de N-term?
Dit jaar is alles rondom de eindexamens door de coronacrisis een beetje anders dan anders, ook de N-term. Sowieso besloot het College voor Toetsen en Examens al om de N-term dit jaar voor alle vakken 0,1 tot 0,3 hoger te maken dan eerdere jaren. Dat doen ze om leerlingen met een achterstand een extra duwtje richting een voldoende te geven.
Maar er is meer met de N-term gebeurd. Normaal gesproken zorgt de N-term ervoor dat de prestatie-eis ieder examenjaar even hoog ligt. Dat wil zeggen: dat je altijd hetzelfde moet kunnen om te slagen.
Maar door alle online lessen verwacht het CvTE dat leerlingen nu niet op hetzelfde niveau zitten als leerlingen in 2019. Daarom hebben ze nóg iets aangepast om de scores voor examens te bepalen.
Nu keken ze ook naar de gemiddelde score van alle examenleerlingen na een examen. En daarna paste ze de N-term nog iets aan. Dus als iedereen bij een bepaald vak veel fouten maakte, ging de N-term omhoog.
Het College geeft toe dat de lat dit jaar door de online lessen net wat lager ligt. "Maar iedereen die dit jaar examen doet, moet wel over dezelfde lat springen."