
Wat is er gebeurd?
In Nederland wordt de kansenongelijkheid tussen jongeren steeds groter. Stel: je hebt twee jongeren met dezelfde talenten, dan heeft het persoon uit een gezin met ouders met een lagere opleiding of andere etnische achtergrond minder kansen in het onderwijs. Terwijl hij of zij eigenlijk hetzelfde zou kunnen als de andere leerling.
Die groei stopte even, maar door corona wordt de kloof weer steeds groter. Sommige leerlingen lopen daardoor een extra achterstand op, en dat is moeilijk in te halen.
En dat heeft niet alleen effect op jouw middelbare schooltijd, maar het kan zelfs effect hebben op de rest van je leven. Dat leggen we je even uit.
Waarom is dit nieuws?
Al op de basisschool zijn er verschillen tussen kinderen. Jongeren die uit een gezin komen waarin ouders een lager opleidingsniveau hebben, armer zijn, of een andere etniciteit hebben, stromen vaker af, krijgen vaker een lager schooladvies en komen vaker op zwakke scholen terecht.
Door de coronacrisis wordt dit verschil nog groter.
Wie vindt wat?
Scholieren Yunus en Levi, allebei 15 jaar, denken dat wat extra ondersteuning in taal soms al genoeg is. Dat merkte ook Emad (15). Zijn ouders zijn Irakees, en daardoor had-ie lange tijd moeite met taal en begrijpend lezen. Hij kreeg geen extra begeleiding, maar scoorde toch goed op de CITO-toets.
"Ik had een score van 544. Klasgenoten hadden dezelfde score mochten naar het vwo of gymnasium, terwijl hij een havo-advies kreeg. Alleen maar omdat ik Nederlands moeilijker vond, maar er is helemaal geen moeite gedaan om me daar extra bij te helpen." Op de middelbare school bleek havo te makkelijk voor Emad, en hij stroomde na 2 jaar op naar het vwo.
Onderwijssocioloog Illiass El Hadioui denkt dat scholen een belangrijke taak hebben. "Voor sommige leerlingen is het enige wat je dan hoeft te doen, de leerling met bijvoorbeeld meer moeite met taal extra begeleiden. En het idee geven dat ze het kunnen. Dan zou die kloof niet zo groot zijn."
Maar doordat scholen nu vaak té weinig leraren hebben en te weinig tijd voor persoonlijke aandacht, wordt dat verschil juist wél groter. En dat is niet zo omdat scholen het niet willen. Er is een groot lerarentekort en dat wordt nog groter door corona. Zeker op 'zwakkere' scholen. Jongeren uit gezinnen waarbij de ouders arm of laagopgeleid zijn of die de taal niet spreken gaan vaak naar deze scholen. Terwijl jongeren van hoogopgeleide ouders vaker naar sterke scholen gaan.
"En sterke scholen weten al dat als er een sollicitatie uitgaat, ze genoeg reacties krijgen van goede leraren. Ze kunnen dan beter een goed lerarenteam bouwen. Die school wordt dus steeds beter," zegt Illias.
Ook het thuisonderwijs kan de verschillen vergroten. Dat is nog niet goed onderzocht, maar sommige experts denken dat achterstanden van jongeren die thuis niet goed begeleid kunnen worden, nog groter zijn geworden.
Wat kun je zelf doen?
Betekent dit nu dat als je uit een wat kansarmer gezin komt, je dan ook nooit chirurg of chefkok kan worden?
Nee. Met hard werken en/of wél die ene goede leraar kun je alsnog op de plek uitkomen die jij wilt. Het belangrijkste is dat je in jij en anderen geloven dat je het kan.
"Voor kinderen en jongeren zijn hoge verwachtingen heel belangrijk. Iedereen wil graag het idee hebben dat mensen denken dat je iets goed kan," zegt Illias.
"Maar als je al vanaf de basisschool onderschat wordt, ook nog eens op een zwakkere school terechtkomt met andere leerlingen die in hetzelfde schuitje zitten, en waar je ook weinig begeleiding krijgt, dan is het makkelijk om te denken: laat maar. Ik doe niet meer mijn best voor school. Terwijl ze met betere kansen veel meer hadden gekund."